Beroepen

Wij krijgen nogal eens de vraag in interviews welk type mensen bij ons komen met hun verhaal van onervarenheid, omdat je dat niet aan hen ziet. Naast een diversiteit aan gezinssituaties, leeftijden en gelijkaardige gemis in de opvoeding, zie we een redelijk stabiel aantal beroepen terugkomen bij onze cliënten, gesorteerd van hoog naar laag.

  • IT’ers / alles wat met hard- en software te maken heeft, vaak ZZP’ers
  • techneuten, machinisten
  • managers, boekhouders
  • ex-priesters of onthouders om andere redenen
  • bankbazen/-employees
  • zorgverleners
  • therapeuten
  • een enkele boer, slager, musicus, muzikant, artiest, healer

De meeste mensen die wij leren kennen, floreren op het werk onder hun niveau. Niet zo gek, als je bedenkt dat ze sociaal niet helemaal uit de verf komen. Dan gaan ze ook niet voor het hoogst haalbare, want de nek uitsteken is meestal gevaarlijk.

Ze kwamen al niet uit de verf tijdens hun studie, en nog eerder in hun jonge jaren op school, soms zelfs niet als kleuter. Ouders vonden een stil kind wel handig, voor hun eigen rust en lieten het kind aandobberen, stimuleerden niet om met risico’s en avontuur om te gaan. “Ach, nou ja, hij is een beetje verlegen.” Ze bevroedden toen nog niet dat een stillerd een beetje gevaarlijk kan worden, zowel voor zichzelf als voor de buitenwereld.

Velen lieten als tiener het sociale onvermogen voor wat het was, kregen vervolgens geen gelegenheden zichzelf erotisch te scholen, of herkenden ze niet. Ze werden daardoor nog meer over het hoofd gezien. En heel vaak gepest. Door buurkinderen, door meisjes, door studiegenoten, door collega’s. Gezinsgenoten vragen allang niet meer door, bekijken de onervarene een beetje meewarig. Niemand durft meer uit te reiken.

En heden ten dage hebben we te maken met een cultuur waarin we aan de ene kant zeer sociaal zijn, bijvoorbeeld op internet, maar aan de andere kant het vanzelfsprekende nabijkomen, het aanraken in de realiteit verleren. En dan hebben we het nog niet eens over een virusaanpak dat aanraken verbiedt.

Verlegen zijn ze allemaal, de mensen die wij meemaken. In aanvang geven ze zichzelf deze titel. Wij onderzoeken samen met hen wat ten grondslag ligt aan die verlegenheid, want dat is maar verzamelnaam; wel een van enorm veel ongemak. Een titel waar je je ook nog weer achter verschuilen kunt. “Ach ja, ik ben te onhandig, misschien later …”

We zien mensen met een diversiteit aan vormen van autisme waar ze al dan niet last van hebben. Voor ons maakt het niet uit, tenzij iemand niet voor zichzelf kan zorgen. We vragen daarom aan iedereen die contact opneemt hoe de gezondheid is.